Zorgplan
Als school De Rivier bieden we een gedifferentieerd programma aan voor wat betreft de onderdelen taal, lezen, rekenen en wiskunde. We houden hierbij de volgende 7 punten steeds in het vizier.
- We houden rekening met de mogelijkheden van ieder kind en sluiten hier bij aan.
- We werken met zowel een klassikaal programma danwel een individueel traject.
- We vinden dat we veel kunnen verwachten van de vaardigheden (zowel pedagogisch als didactisch) van de leerkrachten.
- Mede door het gebruik van de methode dragen we zorg voor een heldere doorgaande lijn.
- We willen de zelfstandigheid van de leerlingen stimuleren.
- Een duidelijke structuur binnen de zorg, om zodoende te participeren op problemen.
- We dragen zorg bij het effectief gebruik van de leertijd.
Verzameling van de gegevens
We verzamelen op onze basisschool op diverse manieren gegevens van de kinderen. Belangrijk is dat alles verwerkt wordt in het programma ParnasSys: een digitaal LeerlingVolgSysteem.
- Op deze manier kunnen we ieder individueel kind volgen.
- We kunnen op deze manier de kwaliteit bewaken van het onderwijs.
- We nemen de methode-gebonden toetsen af door de groepsleerkracht zelf.
- Bij een D- of E-score, die we meteen zien door het LVS, maken we in samenspraak met ouders, IB, RT en de groepsleerkracht een handelingsplan.
- Tevens bekijken we of er een RT-traject ingeslagen moet worden.
Voor kinderen die dyscalculie hebben we een speciale aanpak. We geven de kinderen extra complimenten bij de goed-opgeloste sommen. Hierbij nemen we niet de hoeveelheid sommen als leidraad, maar wel de manier waarop het kind ze oplost. Verder gaan we, aan de hand van handelingsplannen, de vereiste vaardigheden ontwikkelen aangaande: volgorden, ruimtelijke oriëntatie en ruimtelijk inzicht, patroonherkenning, visualiseren, oorzaak-gevolg denken.
ParnasSys
Aan de hand van het LeerlingVolgSysteem ParnasSys dragen we zorg dat van ieder kind in ieder geval de volgende gegevens genoteerd zijn.
- Gegevens van elk kind (adres, gezinssituatie, persoonlijk, gedrag, enz). Ook van eerdere leerjaren is er info te vinden.
- Toetsresultaten (zowel methode gebonden als van het CITO) en observatiegegevens.
- Eventuele handelingsplannen.
- Onderzoeksgegevens.
- Verslagen van gesprekken met ouders
- Verslagen met externen.
- Een actueel verslag van de kinderen.
Leerlingenzorg
De zorg van de leerlingen wordt bij ons op diverse niveaus besproken. We hanteren hierbij de volgende volgorde.
- Gesprek met de Interne Begeleider.
- Gesprek met het team.
- Gesprek met het MT.
- Gesprek met extern.
Gesprek met de IB’ er.
Er is drie keer per jaar overleg met de IB’er en de groepsleerkracht. Buiten deze gesprekken om heeft de groepsleerkracht voor 10-minutengesprekken ook contact met de IB’ er met name over de informatie-uitwisseling van de zorgleerlingen. Na het gesprek is er tevens weer contact om de gemaakte afspraken te bespreken en vast te leggen.
Leerlingen die te maken hebben met een handelingsplan krijgen vaker een gesprek. Er is contact met zowel de ouders, IB, RT als de leerkracht aangaande een handelingsplan. Dit is zowel vooraf als achteraf (evaluatie).
Aan het einde van het jaar is er een zgn. groepsoverdacht gesprek om alle zorgleerlingen te bespreken. Bij dit gesprek zijn de IB, RT, de groepsleerkracht en de toekomstige groepsleerkracht aanwezig.
Gesprek met het team.
Als de groepsleerkracht en/of de IB dit zinvol vindt, dan volgt er binnen het team een gesprek over de zorgleerling. De redenen hiervoor zijn, team gedragen besluitvorming, bespreken van leerlingen met specifieke zorg, het samen helpen om zorg te dragen voor een werkwijze. Maar, het kan ook ter info zijn.
Gesprek met MT.
Op deze manier wordt het MT/directie op de hoogte gehouden van de lopende trajecten binnen de zorg van de leerlingen.
Gesprek met extern.
Dit kan zowel met vertrouwenspersonen zijn, met name als het gaat om persoonlijke situaties. Hierbij denken we aan zorgelijke thuissituaties of de leerlingen die te maken hebben met een diversiteit aan probleemsituaties (bijv. jeugdzorg).
Tevens denken we hierbij aan experts van de schoolbegeleidingsdienst. We hebben bij het inschakelen hiervan wel de toestemming nodig van de ouders. Ook houden we contact met speciale scholen voor basisonderwijs: op deze wijze kunnen we gebruik maken van hun expertise.
Hoe te handelen?
We hebben binnen onze school een plan van aanpak.
Als eerste ‘Signaleren’. Dit is met name de groepsleerkracht die dit ziet. Door het feit dat hij/zij dagelijks te maken heeft met de leerling, zicht heeft op het werk, observaties van leerprocessen en analyse van de toetsresultaten.
Als volgt komt ‘Diagnosticeren’. Na de signalering komt namelijk het overleg met de IBer. Hier wordt het probleem precies bekeken. Dit gebeurd naar aanleiding van toetsanalyse, gerichte observatie of diagnostisch onderzoek. Tevens kan hierbij de expertise van de RTer worden ingezet.
Hierbij is het ook van belang dat het gesprek ook met het kind wordt gevoerd. Dit heeft een positieve impact op zowel het kind als op de interactie tussen de groepsleerkracht en de leerling. Dit geeft een stimulans tot verdere ontwikkeling.
Vervolgens komt het ‘Remediëren’. Naar aanleiding van de diagnose wordt er een handelingsplan opgesteld door de leerkracht, in overleg met de IBer en met de ouders, die hierbij betrokken worden. Het uitvoeren hiervan vindt plaats in de groep zelf, door de groepsleerkracht. Na een vastgestelde periode (minimaal 6 weken) wordt er geëvalueerd of het handelingsplan afgerond is, of voortgezet wordt of dat er meer hulp nodig is. Wanneer dit nodig is, dan zal er een RT-traject ingezet worden, of eventueel de inzet van externe expertise.
Daar waar nodig gaan we verder met de ‘eigen leerlijn’ en/of ‘doubleren’. Het zou goed kunnen dat de leerling vanaf dit moment een (gedeeltelijke) eigen leerlijn gaat volgen. Dit gebeurt als er zicht is op het feit dat een leerling minderbegaafd zou zijn, maar zeker ook bij meerbegaafdheid. We passen de route aan om zodoende een gewenste ontwikkeling te bewerkstelligen.
Bij minderbegaafdheid streven we ernaar dat de kinderen minimaal de stof van groep 6 eigen kan maken. Het kind krijgt hiervoor de ruimte tot en met groep 8. Het belangrijkste hierin is wel dat we teruggaan daar waar het niveau nog beheersbaar is voor het kind. Daar vanuit gaan we weer bouwen. Dit geeft voor het kind vaker succeservaringen en stimuleert hem/haar om verder te ontwikkelen met motivatie en zelfvertrouwen.
Tot slot komen wij eventueel een ‘verwijzing’. Mocht het binnen onze school niet meer mogelijk zijn het kind te helpen en we zien dat het kind meer baat heeft bij het overplaatsen naar een andere school (speciaal (basis)onderwijs), dan starten we een traject om tot deze verwijzing te komen.
Voordat we dit traject ingaan willen we wel vooraf antwoord hebben op de volgende vragen.
- Zijn er op onze school nog groeimogelijkheden voor de leerling?
- Voelt de leerling zich nog thuis op school?
- Kunnen wij hem/haar nog passende leerstof en begeleiding bieden?
We hebben de mogelijkheden om, bij gebrek aan mogelijkheden binnen onze school, externen in te schakelen. We denken hier aan de schoolpsycholoog, andere deskundigen op het gebied van psychologisch onderzoek en andere externe expertise.
Alles zal geschieden in overleg met de groepsleerkracht, IBer, directie en ouders.
Maak jouw eigen website met JouwWeb